Depositogarantiestelsel - de risico's van sparen
Veel mensen beschouwen sparen als 100% risicoloos. Dat is echter een misvatting. Op het moment dat u geld stort op een spaarrekening, leent u eigenlijk geld aan de spaarbank. Stel dat de spaarbank failliet zou gaan, dan zou dit normaal gesproken betekenen dat u (een groot deel van) uw spaargeld kwijt bent.
Om de risico's van sparen te beperken, kennen wij in Nederland het depositogarantiestelsel. Het depositogarantiestelsel houdt in dat wanneer een bank failliet zou gaan, alle spaarrekeninghouders de garantie hebben dat ze minimaal een bedrag van EUR 100.000 terug krijgen. Dit garantiebedrag geldt per rekeninghouder per bankvergunning. Ook in geval van twee keer een en/of rekening bij een bepaalde instelling geldt dat de totale maximale garantie nog steeds EUR 200.000 is.
Wanneer de aanspraak op de regeling wordt vastgesteld geldt dat er wordt verrekend. Het komt er op neer dat schulden (denk aan een hypotheek of krediet), op de datum waarop de noodregeling of faillietverklaring ingaat, worden verminderd met de bij de bank uitstaande tegoeden (o.a. spaargelden en rekeningcourant tegoed) van de houder. Wat er daarna aan positief saldo overblijft kan worden geclaimd bij het garantiestelsel tot het maximum van de dekking.
Het depositogarantiestelsel geldt alleen voor banken die onder toezicht staan van de Nederlandsche Bank (DNB).
Om de risico's van sparen zo veel mogelijk te beperken, adviseren wij u alleen banken te kiezen die onder dit depositogarantiestelsel vallen. Op de website van De Nederlandsche Bank kunt u een lijst met deze banken vinden. Een uitzondering op dit advies is Argenta bank. Die valt niet onder het Nederlandse depositogarantiestelsel maar onder een vergelijkbare Belgische regeling. Op het moment dat u een bank heeft geselecteerd die onder het depositogarantiestelsel valt, kunt u het risico verder beperken door niet meer dan 100.000 euro per rekeninghouder bij een bank te sparen.
Klik hier voor meer informatie over het depositogarantiestelsel.